In maart gaan we weer een beetje bladeren door het Johannes-evangelie. Twee typische elementen in dit evangelie hangen met elkaar samen: Johannes beschrijft in de eerste helft zeven wonderen. Voor een deel zijn het andere wonderen dan de andere evangelisten beschrijven. Johannes noemt ze ‘tekenen’. Ze hebben kennelijk een bedoeling. Wat zou die bedoeling zijn? Die zeven tekenen hebben echter niet het beoogde effect, lezen we. Daarom gaat het tweede deel van het evangelie over het achtste teken, dat in hoofdstuk 2 al is aangekondigd.
Johannes beschrijft ook zeven uitspraken van Jezus, waarin Hij met een soort vergelijking zegt wie Hij is, telkens in de vorm ‘Ik ben …’. Daarin herkennen we de Naam waarmee God zich aan Mozes bekendmaakte: ‘Ik ben die Ik ben’ of ‘Ik zal zijn die Ik zijn zal’, de Eeuwige, de Zijnde, de Aanwezige. Zoek voor jezelf die zeven vergelijkingen alvast op. Welke spreekt jou op dit moment het meeste aan? Kun je uitleggen waardoor dat komt?
Daarnaast zijn er trouwens nóg zeven uitspraken, waarin Jezus de Godsnaam lijkt te gebruiken. Sommige van die uitspraken hebben direct een effect op de omstanders. Dat geldt trouwens ook voor de zeven gesprekken waar Johannes verslag van doet. Wat is dat toch met dat getal zeven?
We staan in dit evangelie oog in oog met God Zelf, die Mens is geworden. Probeer voor jezelf te benoemen wat deze ontmoeting voor jou persoonlijk betekent. Heeft dit effect op jouw leven? Wat zou je willen dat het voor effect had?
Add Your Comment